Laatste halte van Cambodja
Blijf op de hoogte en volg Jordie en Yara
17 Februari 2014 | Cambodja, Kaôh Kŏng
De zoetgevooisde klanken van Toni Braxton, in de vorm van mijn wekker, klinken als een een verademing na 4 dagen bruut uit onze slaap te zijn gerukt door de geluiden van een heel arsenaal aan gereedschappen. Natuurlijk had Toni haar stembandjes best nog een paar uur mogen laten rusten want zeven uur vind ik geen tijdstip om juichend naast mijn bed te gaan staan, ook al vraag ik me af of er überhaupt een tijdstip bestaat dat ik dat wèl doe. Ook vandaag slaat Jordie het ontbijt over maar ik begin de dag, bijna ritueel, met een heerlijke salade, dit keer met blauwe kaas. Die hang naar bladgroen heeft trouwens niets met Sonja te maken maar puur en alleen met mijn onvoorwaardelijke liefde voor sla. We zijn voorgehouden om rond half negen te worden opgehaald voor de bus maar we zijn inmiddels ons vertrouwen in de Cambodjaanse klok kwijt en zo verbaasd als een koe die een haas vangt wanneer de pick-up om 8.35 voor onze neus staat. We halen nog een ander koppel op en we zijn nog geen 300 meter van het hotel verwijderd als de tuktuk chauffeur ons weer afzet met de mededeling dat hiervandaan de bus zal vertrekken. Verwonderd kijken we elkaar aan en beseffen dat we zonder deze essentiële pick-up toch zeker 2 minuten hadden moeten lopen. Tot onze verbijstering laat deze bus slechts twintig minuutjes op zich wachten en hoewel dat in Nederland reden genoeg is voor terugvordering van de reiskosten is het hier een vorm van op tijd vertrekken. Tijdens de busreis verander ik langzaam in een reptiel, de vellen hangen aan mijn rug en schouders en ik vrees dat het mij zo dierbare karamel kleurige laagje huid zich gestaag van mij losweekt. Als mijn gezicht ook nog eens begint te bladderen begin ik eruit te zien als een mummie en gedurende de rest van de rit ben ik bezig om mezelf stukje bij beetje te pellen tot ik gewoon weer roze ben. Gelukkig kan ik in kleine stukjes afscheid nemen van mijn bruine velletje want het verdriet zit diep. Rond half twee arriveren we bij het 'busstation' van Koh Kong City wat niet meer is dan een grote stofwolk met een klein dakje en de tuktuk chauffeurs zijn hier des te brutaler. Ze drommen om de bus als hyena's om een karkas en zodra de deur open gaat en 'de prooi' naar buiten komt vallen ze aan. Samen met een ander Nederlands koppel delen we een tuktuk voor een prijs waar zelfs Jordie niet voor gaat onderhandelen en binnen enkele minuten staan we voor het guesthouse wat in het centrum van de stad zou moeten liggen. We hadden verwacht dat Koh Kong City een kleinere en rustigere versie van Sihanoukville was maar niets is minder waar. Koh Kong is een doorgangsplaatsje naast de Cambodjaans-Thaise grens en naast een paar hotels en guesthouses zijn er weinig tekenen van toerisme en eerlijk gezegd... het is een verademing! We laten ons door een tuktuk naar het strand brengen, nadat Jordie er weer een dealtje heeft uitgesleept, via een wegennetwerk wat net zo divers is als de omgeving. Een geasfalteerde weg, een rode stoffige zandweg, een weg vol steenbrokken, een tolweg en een witte zandweg brengen ons door een landschap van mangrovebossen en zwart geblakerde grond met kleine groene verse boompjes naar het liefelijkste strandje allertijden. Er is één familierestaurantje, er hangen een paar hangmatten en er staan zes strandstoelen. That's all. Geen proppers, geen verkopers, geen bedelaars, niemand! Wonderlijk genoeg blijft de chauffeur de hele middag op ons wachten totdat wij klaar zijn om terug te keren naar het guesthouse. Hoe kleiner het restaurant hoe groter de porties, zo lijkt het in ieder geval, want ik krijg ik schaal gebakken inktvis waar een heel schutpeleton zijn maag mee kan vullen en de garnalen van Jordie zijn zo groot als drumsticks. Met een overvolle maag landen we op het bijna verlaten strand en hopelijk worden mijn roze vlekken langzaam opnieuw bruin terwijl ik me verdiep in het verhaal van een Engelse krijgsgevangene ten tijde van de tweede wereldoorlog die uit vrije wil wisselde van plaats met een joodse kampgevangene. De plek waar ik nu ben kan niet meer verschillen van de plek waarover ik vol walging lees. De man die naar Auschwitz wilde, aanrader! Na de wonderschone zonsondergang zitten we weer in de tuktuk en laten ons na een ritje van twintig minuten weer afzetten bij het guesthouse. Wederom hunkeren we naar een douche waarmee we al het zand weg kunnen spoelen en daarna is het tijd voor echte ontspanning: een officiële massage! Ondanks dat de masseuse nauwelijks Engels spreekt en het feit dat heel Koh Kong City niet meer dan 10 toeristen telt valt er toch weinig te onderhandelen met deze Iron Lady, hopelijk gaan haar massages wel met zachte hand gepaard. Jordie kiest voor de 'shoulder and black massage' en wij vragen ons ernstig af welk lichaamsdeel bedoeld wordt met deze aanduiding. Ik ga voor de good old oil massage en binnen no time liggen we in ons ondergoed met twee kleine Cambodjaanse vrouwtjes op onze rug. Hoe dubieus het ook klinkt, een blij einde zit niet inbegrepen bij de prijs. Naast het feit dat de massage heerlijk ontspannen is worden ook onze vast zittende ruggetjes onder handen genomen en onder luid gekraak voel ik mijn tere werveltjes op, of misschien juist van, hun plek schieten. Na afloop kunnen we beiden constateren dat we nog heel zijn en soepeltjes en losjes schrijden we naar buiten op zoek naar een restaurant. We vinden een tentje, wat overigens één van de weinige opties is,wat het qua sfeer niet haalt bij cafetaria Prick II maar waar het eten er niet minder om smaakt. Het lijkt een vorm van luxe wanneer er in het restaurant een televisie hangt en ook vanavond kunnen wij genieten van de prachtige Cambodjaanse jengelende tonen. Daar waar in het Westen de billen en borsten bij menig videoclip je om de oren vliegen lijkt het hier maar om één ding te gaan, de liefde! De clips beginnen vaak zoetsappig met een perfect lijkend liefdeskoppel maar de liefde is nooit een lang leven beschoren. Dood en ziekte gooien roet in het eten van iets wat wel eens een heel mooi sprookjesachtige langdurige liefdesrelatie kon worden. En wat te denken van vrouwelijke kapers die met bosjes op de loer liggen om die knappe (?) Cambodjaan aan de haak te slaan? Gelukkig gaat ons sprookje gewoon verder!